Kun je dat eigenlijk leren: een maatje zijn voor mensen in psychische nood? “Zeker weten”, stelt Lidie Nonnekes. Ze geeft les op de Vrijwilligersacademie en weet als geen ander hoe betekenisvol een maatje kan zijn. Jaren geleden had ze zelf ook een maatje, toen ze psychiatrische problemen had.
“Ik denk dat vrijwilligers al veel in zich hebben om een maatje te kunnen zijn. Ze willen niet voor niets iets betekenen voor de ander. Tegelijkertijd vragen ze zich af: hoe kan ik contact maken met iemand die zo diep in de put zit? Ook voelen ze zich soms onzeker: doe ik wel het goede?
Je kunt met weinig al veel betekenen
Ik geef vaak mee dat je met weinig al veel kunt betekenen. Misschien wel het lastigste is dat we als mens vaak onbewust de ander willen redden. Met goedbedoelde adviezen bijvoorbeeld en door van alles uit handen te nemen. Maar het gaat erom dat de ander zichzélf leert redden. Het belangrijkste is dan ook: naast die persoon gaan staan, zonder oordeel. Er gewoonweg zijn. En verstaan wat die ander nodig heeft.
Op de Vrijwilligersacademie leer je hoe je dat kunt doen. Tijdens de training breng ik vaak mijn eigen ervaring in. Die doorleefde kennis voegt veel toe. Zo zijn er bijvoorbeeld momenten dat maatjes kunnen twijfelen: “Het is alsof ik niks bereik”. Ik vertel dan wat mijn maatje voor mij heeft betekend – en dat ik me dat jaren later nog realiseer. Als maatje ben je niet iemands vriend en ook geen professional. Het is belangrijk dat niet uit het oog te verliezen. Hoe ik mijn maatje noemde? Mijn lichtpuntje.”
Tekst Cecile Vossen | Fotografie Daniel Cohen