Eens in de twee weken lopen Charlotte (58) en Krista (55) een rondje door het Oosterpark. “Ik kijk er elke keer weer naar uit”, lacht Charlotte, “en het is goed voor me om naar buiten te gaan.”
Charlotte heeft een tekort aan vitamine D. De dokter adviseerde haar meer naar buiten te gaan. “Vooral als de zon schijnt”, zegt ze. “Nee hoor”, corrigeert Krista haar, “ook als de zon níét schijnt, doe je vitamine D op.” “O, dat wist ik niet”, reageert Charlotte, “weer wat geleerd.”
Zuurstof
Vandaag schijnt de zon in ieder geval uitbundig. In het gras liggen stelletjes. De ijscoman doet goede zaken en de enkeling met een jas doet die uit en knoopt hem om zijn middel. Hoogzomer in Oost. Krista: “Weet je nog dat we hier in het donker hebben gelopen?” Charlotte knikt: “We hebben elkaar in de winter leren kennen, maar we zijn gelijk gaan lopen. Telkens hetzelfde rondje. Daarna drinken we iets. We bellen nooit af en gaan áltijd, zelfs met slecht weer. Ik kijk er elke keer weer naar uit. En het is goed voor me om naar buiten te gaan. Ik ben een binnenmens, maar je moet als mens ook naar buiten. Het is ook de zuurstof. Ik weet niet, het voelt gewoon goed om buiten te zijn. O ja, Krista”, springt ze van de bekende hak op de tak, “goed nieuws, ik heb bijna een stadspas, dan kunnen we af en toe wat anders gaan doen. Een rondvaart maken of zo.”
“Ik ben een binnenmens, maar je moet als mens ook naar buiten”
Open boek
Eén keer zijn ze naar de bioscoop geweest, op zaterdagochtend, naar Wonka in Tuschinski. “We waren de enige twee”, blikt Charlotte terug, “dus we hadden lekker de ruimte.” Charlotte praat makkelijk en is een open boek. Ze hadden het thuis niet breed, vertelt ze, “maar er was wel liefde en dat is toch het belangrijkste in een leven.” Waarom ze een maatje heeft via de Regenboog, is een lang verhaal dat ze meanderend vertelt. Een paar dagen per week gaat ze naar de dagactiviteiten van HVO-Querido en daar tipten ze haar eens bij De Regenboog Groep aan te kloppen voor een maatje. “Om me uit mijn isolement te halen. Dat vond ik wel een beetje raar in het begin. Ik bedoel, dat het op zo'n manier moet. Ik heb namelijk gewoon vrienden. Eentje. Maar we zien elkaar niet zoveel. Eigenlijk alleen met kerst en oud en nieuw.”
“Goed doen, doe je ook voor jezelf”
Opgeladen
Krista heeft een rijk gevuld leven. Ze werkt fulltime bij een bank op de Zuidas, was een tijdje voetbalcoach van haar toen nog thuiswonende kinderen (“we zijn vier keer kampioen geweest”) en doet naast haar werk graag iets voor de samenleving. Krista: “Je kunt, hoe druk je ook bent, altijd wel een paar uur missen. Het zou gek zijn als dat niet zo was.” Er speelt een bandje in het park. De dames staan even stil om te luisteren, ondertussen genietend van een ijsje. Krista vertelt dat ze als kind saxofoon heeft gespeeld, waarop Charlotte vertelt dat ze op judo heeft gezeten. “Ik was goed hoor. Ja, ik sta mijn mannetje wel”, waarbij ze een boksbeweging met haar ijsje maakt. Daarna lopen de twee weer verder om even verderop op een bankje uit te rusten. “Goed doen, doe je ook voor jezelf”, komt Krista tot de conclusie. “Ik geniet net zo goed van de wandelingen met Charlotte. We praten over van alles.” “Geen zware gesprekken hoor”, breekt Charlotte in, “néé zeg, we praten gewoon over wat we hebben meegemaakt. Maar ik wil wel zeggen dat het me heel erg goed doet om met Krista af te spreken. Ik ben na afloop altijd weer helemaal opgeladen.”