Jaarlijks zien de maatschappelijk werkers van de Regenboog zo´n tweeduizend niet-Nederlandse EU-burgers. Zij kwamen naar Amsterdam om te werken, maar door ongelukkige omstandigheden liep dat mis.
Een deel van deze mensen vindt de weg naar een leefbaar leven zelfstandig terug. Anderen hebben slechts een duwtje in de rug nodig. Maar sommigen zijn zo vastgelopen dat het veel tijd en aandacht vraagt hun leven weer op de rit te krijgen. Terug naar het land van herkomst kan soms het antwoord zijn, vaak ook echter absoluut niet. Bovendien mogen deze mensen gewoon in Nederland zijn. Alleen verkeren zij ook hier in een steeds slechtere hoedanigheid, vanwege psychische problematiek en een tekort aan ondersteuning daarbij. Tevens neemt het aantal daklozen onder hen fors toe.
Het overkwam ook de Poolse Agnieszka (38). Zij kwam in september 2021 naar Nederland en kreeg niet het contract dat haar was beloofd bij het magazijn waar ze werkte. Binnen twee maanden lieten ze haar zonder opgaaf van reden gaan. Het gevolg was dat ze haar huur niet kon betalen en dakloos raakte. “Radeloos ben ik zonder geld voor een ticket naar het vliegveld gegaan. Ik probeerde verschillende mensen te bellen, maar kon niemand bereiken. Bij het politiebureau vertelden ze me dat ik naar inloophuis AMOC kon.”
In dit Regenboog-inloophuis speciaal voor niet-Nederlandse EU-inwoners vond zij enkele maanden haar toevlucht en hielp een vrijwilliger haar aan een baan in een restaurant. Maar in AMOC had Agnieszka het zwaar. “Er waren veel mannen, waardoor ik me bang en alleen voelde. Eigenlijk was het de ergste tijd van mijn leven.” Gelukkig kon in maart 2022 de overstap worden gemaakt naar onze 24-uursopvang T6 aan de Transformatorweg, waar Agnieszka tot op heden verblijft.

Agnieszka
In Agnieszka haar leven is heel wat aan de hand. Haar zoontje van negen heeft ze “aan de andere kant van de wereld” moeten achterlaten, bij haar ex-man in Singapore. Daar woonde het gezin al jaren. Ze stond niet achter de scheiding en werd daarbij gelabeld als depressief en schizofreen. “Natuurlijk was ik hysterisch, ze namen mijn zoon van me af en ik werd op straat gegooid.” Terug in Polen werd haar mentale ziekte veroordeeld, ook door haar ouders. Dus reisde Agnieszka door naar Amsterdam, waar ze voor Singapore jarenlang had gewoond. Ze wilde haar leven terug en hier voelde zij zich het meest thuis.
Agnieszka vocht, maar strandde. Nu krijgt ze gelukkig specialistische hulp in onze 24-uursopvang. “Anders was ik hopeloos verloren en depressief geweest. Het is geen makkelijke omgeving, maar het personeel is er altijd voor me. Verder heb ik niemand meer, geen familie of vrienden die me helpen. De psychiater zie ik wekelijks. Bij haar kan ik met alles terecht, ze luistert goed en begrijpt me. Ik wou dat ik deze hulp eerder had gehad, dat had een groot verschil gemaakt.”
Ze doelt op het kwijtraken van haar zoon. “Ik hoop dat ik snel hulp krijg van een advocaat.” Ze huilt. “Ik mis hem zo. Hoe kan dit mijn leven zijn na dertien jaar huwelijk? Mijn ex-man leidt een luxueus leven en heeft net een nieuw huis gekocht, terwijl ik in een daklozenopvang zit. Ik begrijp het niet, waar is de rechtvaardigheid?” Zelf zet de in toegepaste psychologie afgestudeerde Poolse nu de stappen in de juiste richting. Afgelopen oktober vond ze een baan in de internationale kinderopvang, waar ze na een training van twee maanden een contract krijgt. Een fatsoenlijk vooruitzicht.
T6
Samen met zorgorganisatie HVO-Querido runnen wij opvanglocatie T6. Hier wordt naast 24-uursopvang intensieve hulpverlening geboden aan ruim honderd mensen, waaronder uit Oost-Europa. Karolina (37) is er maatschappelijk werker en trajecthouder van verschillende cliënten, zo ook van Agnieszka. Zij vertelt over de kracht van deze vorm van opvang.
“Hier kunnen mensen weer vooruit kijken. Eerst komen ze tot rust en dan maken we een plan van aanpak. We werken aan structuur en bieden de noodzakelijke medische zorg en allerlei ondersteuning aanvullend op iemands krachten en toekomstperspectief. De meesten kampen met complexe problematiek en hebben veel nodig. Maar onze positieve uitstroom is groot: mensen die zijn afgekickt, terug aan het werk zijn of in eigen land weer een leven hebben opgebouwd.”
Wat kan beter? “Na de maximale periode hier is er voor mensen bijna geen vervolgplek, ook niet als er in het land van herkomst geen hulp is. Dan staan ze weer op straat. Denk aan Agnieszka. De medische zorg die zij nodig heeft voor haar ingewikkelde ziekte, krijgt ze zowel in Singapore als Polen niet. Het gevolg? Psychoses en totale verwarring, zo triest. Hier konden we haar stabiliseren, met een slaaplek, psychische hulp en medicijnen. En er zijn zoveel mensen als Agnieszka, waarvan er steeds meer dakloos raken, omdat er te weinig opvangcapaciteit is. Daarom moeten er veel meer opvangplekken komen als deze, met specialistische zorg, én vervolgplekken met nazorg.”
Tekst: Jola Gosen | Fotografie: Angela Baas