Ik wilde een persoonlijk telefoongesprek voeren en liep door de stad, op zoek naar een plek waar ik even rustig en onbespied kon bellen. Het viel me op hoeveel moeite het me kostte om zo’n plek te vinden. En dan had ik het nog makkelijk: het was droog, ik hoefde alleen maar te bellen. Wat als het regent, koud is, en je wilt slapen? Waar verschans je je dan?
Deze maand las ik twee keer over iemand die zich in een ondergrondse kledingcontainer had teruggetrokken. Op 2 mei meldde de NOS dat de politie in Venlo een slapende man uit zo’n container haalde. Op 12 mei volgde AT5. Een man in Amsterdam probeerde in een ondergrondse kledingcontainer daar de nacht door te brengen.
Inventief, dacht ik. De oplossing die deze mannen vonden voor hun huisvestingsprobleem getuigt van creatief denken waar menig designbureau jaloers op zou zijn. Ze bekeken de stad met ogen die naar mogelijkheden zochten, echte out-of-the-box denkers. Het roept bij mij tegelijk bewondering én verdriet op.
Want de symboliek is pijnlijk: mensen in een container, alsof ze fast fashion zijn, afgedankt of klaar voor recycling. Natuurlijk heeft niemand hen letterlijk de container in gegooid. Ze zijn er zelf ingestapt, vermoedelijk omdat er geen beter alternatief was. Geen hulp, geen betaalbare woonruimte, geen vangnet. De samenleving gaf ze misschien geen duw, maar hield ze ook niet tegen.
In beide nieuwsberichten ligt de nadruk op het 'redden' van mensen uit een gevaarlijke situatie. En ja, een ondergrondse container is geen perfect logeeradres, en je moet er vooral niet in liggen als de container wordt geleegd. Maar het echte levensgevaar zit niet in de container maar in het dakloos zijn zelf.
Wie op straat leeft, wordt gemiddeld niet ouder dan 50. Ter vergelijking: wie een dak boven zijn hoofd heeft, haalt gemiddeld de 75. Stel je voor dat er een te genezen ziekte was die je 25 jaar van je leven kost. Zouden we dan ook toezien hoe die ziekte toch zijn slag zou slaan, of gingen we dan wel behandelen?
Bij de huidige dagtemperaturen lijkt het misschien ver weg, maar op 27 april vroor het nog aan de grond. Een warm plekje voor de nacht is dus geen overbodige luxe, maar noodzaak. En dan te weten dat het aantal daklozen in Nederland al weer jaren toeneemt. Je zou het er koud van krijgen.
Oh, en als je nog een slaapzak, warme deken of jas hebt liggen? Gooi die dan niet in een kledingcontainer, misschien ligt er iemand in te slapen. Breng ze liever naar een inloophuis van De Regenboog Groep. Dan zorgen wij dat onze dakloze bezoekers er écht iets aan hebben.
Momenteel zijn vooral slaapzakken hard nodig.