placeholder

AMSTERDAMSE LHBTIQ+ BIJ DE REGENBOOG

Geplaatst op 6 mei 2024

Het leven op straat is zwaar. Kom je uit de LHBTIQ+-gemeenschap dan is het leven op straat zo mogelijk nog zwaarder. Anika Apfel, locatiehoofd van inloophuis AMOC-Zuid, heeft zich toegelegd op de bijzondere situatie van deze groep dakloze LHBTIQ+’ers. En dat levert de eerste successen op.

Het viel Anika op dat dakloze mensen uit de regenbooggemeenschap wel hulp vroegen van het maatschappelijk werk van De Regenboog Groep, maar ook snel weer buiten beeld verdwenen. Ze vermoedde dat ze de inloophuizen als onveilig ervoeren, en er daarom niet graag kwamen. Met die veronderstelling in haar achterhoofd inspireerde Anika een UVA-student tot een onderzoek onder dakloze LHBTIQ+’ers. En ze startte een overleg met collega’s binnen en buiten de Regenboog over het onderwerp.

Dakloosheid bij LHBTIQ+'ers

Onder dak- en thuislozen zijn LHBTIQ+'ers oververtegenwoordigd. Precieze Nederlandse cijfers zijn er niet, maar uit de VS zijn die er wel. Jongeren worden daar vaker uit huis gezet, zodra ze uit de kast komen. Er zijn sterke aanwijzingen dat ook in Nederland LHBTIQ+'ers meer dan gemiddeld op straat belanden. Ze hebben vaker dan anderen traumatische ervaringen en ze zijn kwetsbaarder voor discriminatie en pesten. Het is waarschijnlijk dat een deel van hen drugs gaat gebruiken om met de spanningen om te gaan. Dat coping-mechanisme maakt hen vervolgens weer kwetsbaar voor dakloosheid, het is een neerwaartse spiraal.

Vergroten van bewustzijn

Anika benadrukt dat een belangrijke eerste stap is dat professionals in de hulpverlening zich bewust worden van de situatie van de regenbooggemeenschap. Als zij zich bewust zijn van de specifieke problemen waar LHBTIQ+'ers mee worstelen, dan voelen deze hulpvragers zich eerder gehoord en durven ze zich gemakkelijker uit te spreken. Anika: “Als er twee vrouwen op een gesprek verschijnen, dan vraag ik wat hun relatie is, en neem ik niet zomaar aan dat ze zussen of ‘vriendinnen’ zijn.” Het bewustzijn en de noodzakelijke sensitiviteit ontstaat niet vanzelf, maar er zijn wel trainingen van Veilige Haven Amsterdam waarin je dat kan leren.

placeholder

Anika Apfel: "Het is om te beginnen heel belangrijk dat professionals cultuursensitief zijn."

Taboe

Om hulp te ontvangen moet de hulpvrager zich kwetsbaar durven opstellen en een vertrouwensband kunnen opbouwen met de hulpverlener. Maatschappelijk werkers zijn het gewend om persoonlijke vragen te stellen. Ze hebben geleerd om te vragen naar psychische gezondheid, drugsgebruik en (ingewikkelde) familiebanden. Maar vragen naar seksuele voorkeur lijkt veel gevoeliger te liggen. 'Met wie ga jij naar bed?', is vaak geen aanvaardbare vraag. Doordat er maar weinig speciaal aanbod voor de groep is, is de vraag nóg moeilijker te stellen. Anika: "Ik vraag vaak: We hebben aanbod voor drugsgebruik, heb je daar behoefte aan? Maar zonder LHBTIQ+-aanbod, is zo’n soortgelijke vraag niet te stellen." Daar komt bij dat een deel van de bezoekers nog niet uit de kast is. Vaak ook door hun huidige leefomgeving. Ze zijn bang voor de reacties.

Regenboog-kennis

Als het lukt om met dakloze bezoekers tot openhartige gesprekken te komen over hun geaardheid en de daaraan verbonden hulpvragen, dan is de verscheidenheid aan vragen groot. Anika noemt rap wat voorbeelden van zulke vragen: "Een Roemeense bezoeker wilde in Amsterdam een dragshow bezoeken en vroeg waar dat kon. Een oudere homoman zocht contact met leeftijdsgenoten, maar wist niet waar. Een transvrouw uit Hongarije was op zoek naar een arts die haar de juiste hormonen kon voorschrijven." Om deze vragen goed te beantwoorden heeft De Regenboog Groep nu per inloophuis een aandachtsfunctionaris. Die verzamelt en deelt kennis over LHBTIQ+-zaken.

LHBTIQ+-gerelateerde problemen

Het is goed om als professional alert te zijn, zodat je LHBTIQ+-gerelateerde problemen herkent. Bovendien helpt het als je niet gechoqueerd raakt van subculturele dingen, benadrukt Anika. Zo is er in de homomannengemeenschap vaker dan elders sprake van chemseks (een combinatie van seks en drugsgebruik) of komen transvrouwen soms in het sekswerk terecht, doordat ze elders niet aan het werk komen als gevolg van discriminatie. Ben je goed geïnformeerd dan kan je het gesprek daarover makkelijker voeren.

Peers

Volgens Anika biedt de LHBTIQ+-gemeenschap ook kansen. De gemeenschap kan heel solidair zijn. Zo wist ze voor een non-binaire cliënt een woning te vinden via de community. Daar is Anika nog steeds heel blij mee. Ook haar eigen activisme verklaart ze zo. Anika: "Ik zie mezelf als queer en lesbische en het lot van LHBTIQ+'ers raakt me juist daarom zo diep. Het haalt de activist in me naar boven.”

Nog lang niet klaar

Vanuit haar rol bij De Regenboog Groep blijft Anika heel graag bijdragen aan een veilig toekomen voor LHBTIQ+'ers en ze is nog lang niet klaar. Er ligt binnen De Regenboog Groep nu een eerste plan om het aanbod veiliger te maken voor de gemeenschap. In de gemeenteraad is al meerdere keren gesproken over speciale LHBTIQ+-opvang en is er via moties ook onderzoek gedaan naar de behoeftes vanuit de dakloze LHBTIQ+-gemeenschap (Voorwaarden opvang dak- en thuisloze LHBTIQ+, maart 2023). Ook is er overleg met vijf andere grote maatschappelijke opvangorganisaties in Amsterdam om kennis te delen en passend aanbod te maken.

Tekst en foto: Joost Slis

Nieuws

Lees hier wat wij allemaal meemaken en wat ons in beweging brengt.

Welkom bij De Regenboog Groep

Wij plaatsen cookies voor de werking en verbetering van deze website. Daarnaast gebruiken wij en onze partners tracking cookies op onze site om websiteverkeer te analyseren. Klik op Ja om hiermee akkoord te gaan. Lees ons cookiebeleid.