In de jaren negentig verandert er intussen ook veel als het gaat om de drugsproblematiek. Om de aidsepidemie in te dammen kiest de overheid in haar drugsbeleid voor de pragmatische benadering van harm reduction. Daarmee komt ze op hetzelfde spoor als De Regenboog. Drugsbezit voor eigen gebruik is in Nederland en Duitsland sinds 1992 niet meer strafbaar. Door deze decriminalisering van het drugsgebruik wordt het mogelijk om in 1998 drie gebruikersruimten te openen. Het openlijke gebruik van drugs op straat en de bijbehorende overlast nemen hierdoor af. Er vallen minder drugsdoden en de lichamelijke conditie van drugsgebruikers is over het algemeen beter. Het aantal harddrugsgebruikers daalt, vooral degenen die spuiten. Dat is niet alleen het gevolg van de aidsepidemie, waardoor veel van deze gebruikers overlijden. Het komt vooral doordat er minder nieuwe aanwas is.
Gebruikersruimten goedgekeurd
Een van de gebruikersruimten huist in het nieuwe pand van AMOC en krijgt vanaf februari 1998 de officiële goedkeuring plus financiering van de gemeente. In de ruimte kunnen gebruikers hun spuiten omruilen voor steriele spuiten. Ook kunnen ze er informatie krijgen over drugs, gezondheid en medische en sociale hulpverlening. De gebruikersruimte voldoet aan een grote behoefte en moet snel worden vergroot. Ook De Regenboog richt op 1 maart 1998 een gebruikersruimte in. Deze komt in de Princehof aan de Oudezijds Voorburgwal, het eerste jaar nog op experimentele basis. De derde gebruikersruimte wordt door HVO-Querido opgezet in de Nieuwmarktbuurt.
Nieuwe landen, andere drugs
Bij AMOC gaan de medewerkers het effect merken van het veranderde drugsbeleid in Duitsland. De eerste jaren kwam honderd procent van de bezoekers uit Duitsland. Sinds het eind van de jaren negentig komen er minder Duitsers en meer drugsgebruikers uit andere West-Europese landen. Het gaat met name om Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Engeland, Ierland, Schotland en Scandinavië. Veranderd is ook het drugsgebruik zelf. Heroïne heeft plaatsgemaakt voor basecoke (crack). Gebruikers worden hier agressief van. En ze worden gevoelig voor psychoses, waardoor ze moeilijker benaderbaar zijn.
Europese netwerken opgericht
Voor buitenlandse drugsgebruikers in Amsterdam is de situatie nog steeds moeilijk. Zij hebben geen recht op een uitkering en zijn uitgesloten van vrijwel alle sociale en medische voorzieningen. Cliënten zien meestal ook zelf hoe uitzichtloos hun situatie is. Als zij behandeling en rehabilitatie in hun eigen land krijgen aangeboden, willen ze uiteindelijk vaak liever terug. Om dat perspectief te kunnen bieden, werkt AMOC intensief samen met autoriteiten en instellingen in diverse landen. Zo draagt de organisatie doelbewust bij aan de discussie in andere landen over het drugsbeleid. Om gericht kennis en ervaring te kunnen uitwisselen, zet AMOC in 1997 met subsidie van de Europese Commissie twee Europese netwerken op. Het eerste is het Europese netwerk voor jongensprostitutie (ENMP), dat tot doel heeft de hulpverlening aan jongens in de prostitutie te verbeteren. Ook neemt AMOC het initiatief voor een Europees netwerk van niet-gouvernementele organisaties, die hulp bieden aan druggebruikers. In 2005 worden beide netwerken verenigd in het netwerk Correlation.