Twee maatjes had ze al via de Regenboog. En die kunnen nog altijd bij haar aankloppen, wat ze soms ook doen. Lees hoe vrijwilliger Marlou voor haar eerste maatje van levensgroot belang kon zijn.
FOUTJE
“Mijn eerste maatje is een lieve man met veel problemen. Drank als grootste. Hij spreekt redelijk Nederlands, maar lezen is lastiger. Brieven belanden op stapels, en de problemen daarmee ook. Met weinig moeite kon ik hem helpen: wekelijks een uurtje langs, kijken hoe het gaat en de post doornemen.
Het maatje is afgekeurd om te werken. Door de verslaving, maar ook door talloze gezondheidsproblemen. Als hij hoest, ben ik soms bang dat hij in tweeën breekt. Het verbaasde mij dus toen hij vertelde dat de gemeente hem had medegedeeld dat zijn uitkering zou worden teruggevorderd, omdat hij stiekem in een restaurant zou werken. Nu vertelde mijn maatje me niet altijd alles, maar dit zag ik hem écht niet doen."
VRIJWILLIGER MET EEN MISSIE
"De gemeente was boos, budgetbeheerder FIBU ook. Naar zijn leefgeld kon hij voorlopig fluiten. Hoe losten we dit op? Ik nam een foto van mijn maatje en zocht contact met de restaurantmanager. Werkte deze man werkelijk bij hem? De manager had hem nog nooit gezien. Wel had hij een medewerker met bijna dezelfde naam. Ik kreeg een foto van hem. Mijn maatje herkende een buurman.
Wat was hier aan de hand? Omdat de buurman weleens bij mijn maatje thuis kwam, vermoedde ik identiteitsfraude. Misschien was de buurman illegaal en gebruikte hij het burgerservicenummer van mijn maatje? Ik lichtte gemeente en budgetbeheer in en we maakten een afspraak om aangifte te doen."
“Je gunt iedereen een maatje dat een beetje oplet”
"Uiteindelijk was dit niet nodig. De gemeente bleek een fout te hebben gemaakt. Het maatje en de buurman wonen in dezelfde straat en hebben dezelfde voorletter én achternaam. De buurman werkt bij zijn uitkering, maar geeft dit ook keurig op. De gemeente had hen door elkaar gehaald. Foutje. Wel eentje die verstrekkende gevolgen had kunnen hebben. Je gunt iedereen die te maken heeft met deze bureaucratie een maatje dat een beetje oplet.”