“Graag acht krantjes”, zegt Tuk. Ze staat voor het afhaalloket van de distributieruimte van de Z-Krant die zich in ons inloophuis De Spreekbuis bevindt. “Weet je het zeker? Over drie dagen komt de nieuwe krant uit …”, klinkt het achter het loket. Tuk weet het zeker.
Tuk weet veel dingen zeker. Ze is klein van stuk, dakloos en praat op een besliste toon in prachtige volzinnen. Nee, Tuk is niet haar echte naam, maar iedereen noemt haar zo. Tuk is beleefd, ze spreekt iedereen met ‘u’ aan, inclusief haar collega's. Maar als Ferdinand binnenkomt, herkent ze hem niet. Hij loopt naar het loket, waar haar euro's nog liggen. “Met alle respect”, roept ze naar het loket, “maar mijn geld ligt daar nog hè.” Ferdinand draait zich om en zwaait. Tuk zwaait niet terug. “Herken je me niet meer?” Ferdinand is verbaasd. Dan herkent ze hem: “Sorry, sorry, nee ik herkende je niet.”
ZZD'er
Tuk en Ferdinand zijn twee van de honderdvijftig dakloze mensen die Z! verkopen. Deze straatkrant verschijnt driewekelijks, heeft een oplage tussen de 7.500 en 9.000 stuks en bestaat sinds 1995, dertig jaar nu dus. Z! is een zelfstandige stichting die in 2019 onder de paraplu van De Regenboog Groep is gebracht. Anders dan veel mensen denken, zijn de kranten voor de verkopers niet gratis. Ze kopen ze in en zijn als zodanig kleine ondernemers. Ook wel ZZD'ers: Zelfstandigen Zonder Dak. Per krant betalen ze een inkoopprijs van € 1,60. De verkoopprijs is € 3,00. Maar fooi geven mag natuurlijk altijd. Ook kunnen klanten sinds 2019 via een QR-code betalen. Wel zo handig in een tijd van weinig cash op zak.
Niet meer bedelen
De verkopers staan op een vaste verkoopplek, veelal bij supermarkten. Tuk zou Ferdinand daarvan moeten kennen: ze stond een keer per abuis op zíjn plek. Als het kwartje valt, blijft ze sorry zeggen. Maar Ferdinand is de kwaadste niet. Sterker, hij is de zachtheid zelve. Een man die De Regenboog Groep eeuwig dankbaar is omdat ze hem op een dag van straat hebben geplukt en hiernaartoe hebben gebracht. “Ik had geen eten, geen geld, niks. Nu ik krantjes verkoop, hoef ik niet meer te bedelen om eten te kunnen kopen.”
Z-Krantverkoper Ferdinand in de distributieruimte van Z! die zich in ons inloophuis De Spreekbuis bevindt
Wel werk
“Het werk geeft me een stukje meer eigenwaarde”, benadrukt Tuk, die graag wil vertellen over het verkopen van de krant, maar liever niet op de foto wil. “Ik heb de hele nacht niet geslapen, dus zie er niet zo denderend uit.” Geen bed, geen dak, maar wél werk. Al ziet niet iedereen het als werk, zo blijkt. Tuk: “Laatst vroeg een vrouw aan me wat ik aan het doen was. Ik zei dat ik aan het werk was: ‘ik verkoop de dak- en thuislozenkrant’, vertelde ik erbij, waarop ze zei: ‘nou, dat vind ik geen werk.’ Nou, ik wél. Ik voel me net als een ZZP'er: zelfstandig.” Na een slok koffie volgt een brede lach: “Maar dat soort mensen kom ik niet vaak tegen hoor. Over het algemeen zijn de mensen heel lief. Zo is er een meneer die weet dat ik van chocolade houd, met hele hazelnoot erin. Die koopt hij altijd voor me. Dat is het leuke van dit werk, het brengt kort sociaal contact met zich mee.”
Veiligheid in een onveilige situatie
Over haar persoonlijke situatie wil Tuk niet veel kwijt. “Soms willen mensen die een krant kopen met me praten. Dan willen ze mijn verhaal horen en weten hoe het met me gaat. Heel lief natuurlijk, maar ik heb ook een stukje privé. Aan de andere kant krijg ik weleens blikken van mensen alsof ze me niet waarderen. Dat voelt onveilig, alsof je uitschot bent. Over onveilig gesproken, een jaar geleden heeft een collega van mij een maand in coma gelegen, omdat ze zijn tentje in brand hadden gestoken. Gelukkig kunnen we allemaal hier terecht. Bij de Regenboog weet iedereen hoe het is als je een rommelende maag of geen slaapplek hebt, of als je niemand kent. Dat voelt veilig. Je bent niet alleen.”
Tekst: Nicolline van der Spek | Fotografie: Mila van Egmond