Door de stijgende kosten komen steeds meer huishoudens in de knel. Ook voor Jimmy is het leven onbetaalbaar geworden. Samen met een maatje van de Regenboog probeert hij zijn hoofd boven water te houden.
Terwijl Jimmy de laptop openklapt, klinkt in de keuken gerommel met servies. Zijn vrouw zet thee. Haar tienerdochter zit op de grond met een schuin oog tv te kijken. “Een oude computer”, verontschuldigt Jimmy zich als de laptop nog aan het laden is en het lege scherm hem radeloos maakt. Hij kan er eigenlijk helemaal niet mee overweg, zegt hij een paar keer. Toch heeft hij zijn hele administratie op orde. Jimmy is meer van het papier. Dat zit in een grote tas. Voor elke instantie heeft hij een apart mapje, voor budgetbeheer, Waternet, het energiebedrijf, et cetera. “Ik houd alles keurig bij”, zegt hij trots, “maar eind zomer had ik paniek. De energiekosten gingen ineens naar 282 euro. Ik verdien 1.500 euro, daarvan gaat 1.300 euro naar de vaste lasten.”
Creatief
Volgens het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) zou een huishouden niet meer dan de helft van het inkomen kwijt mogen zijn aan vaste lasten. Maar de uitgaven aan wonen, vervoer en boodschappen zijn momenteel zo hoog dat het menig huishouden niet meer lukt om alle rekeningen te betalen. Als meer dan zeventig procent van het inkomen elke maand opgaat aan vaste lasten, blijft er nauwelijks geld over om opzij te zetten voor minder frequente uitgaven, zoals kleding en zorg, of voor het opbouwen van een buffer. “We maken ons grote zorgen”, zegt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. “Mensen zijn creatief, maar niemand houdt dit lang vol.”
“Gelukkig heb ik een maatje van de Regenboog. Zij helpt me nu met het aanvragen van energietoeslag.”
Diepe put
“Ik sta elke dag om vijf uur op en werk hard”, zucht Jimmy. “Ik zit in de schoonmaak en vind mijn werk leuk. Mijn vrouw zegt: ‘komt goed’, maar zelf heb ik stress.” Zijn vingers zoeken inmiddels een weg over het toetsenbord. Ondertussen komt zijn vrouw binnen met de thee. Op een zilveren schaal liggen koekjes. Allemaal van de Dirk, die is het goedkoopst, weet het gezin al jaren. “Mijn maatje van de Regenboog helpt me ook met de computer”, zegt Jimmy. “Daar ben ik gewoon niet goed in.” En hij vertelt dat zijn leven heel anders is geweest. “Ik heb echt in de put gezeten, diep in de put. Ik woonde bij het Leger (des Heils, red.) en hosselde op straat om geld te maken. Daar ben ik uitgekrabbeld. Maar nu ben ik bang dat ik door de overheid weer terug in die put kom. Alles is zo duur geworden. Ik weet niet of ik het allemaal ga redden. Gelukkig heb ik een maatje van de Regenboog. Zij helpt me nu met het aanvragen van energietoeslag.”
Jimmy is een pseudoniem. Hij wil niet herkenbaar in beeld.
Een maatje voor mensen in armoede
Charlotte Jonk is Coördinator Informele Zorg binnen Team Armoede van De Regenboog Groep. Ze koppelt mensen met financiële problemen aan een financieel maatje. Het maatje helpt bij het op orde brengen van de administratie. Heel Nederland kampt met stijgende prijzen. Je zou daarom ook een stijging van het aantal aanmeldingen verwachten, maar dat ziet ze niet.
“De aanmeldingen komen grotendeels binnen via de buurtteams en zij merken evenmin een toename. De mogelijke verklaring is zorgelijk”, aldus Charlotte. “Het is bekend dat mensen heel lang zelf blijven worstelen om hun problemen op te lossen. Gemiddeld wachten mensen met betalingsproblemen vijf jaar voordat ze aankloppen bij schuldhulpverlening. Het gevolg is dat het aantal schuldeisers en de bedragen dan tot grote proporties stijgen. Daarbij speelt nog iets: mensen weten niet waar ze moeten aankloppen. Volgens het Nibud weet zeventig procent van de Nederlanders niet waar ze terecht kan voor hulp bij financiële problemen. De gemeente Amsterdam wil mensen al bij beginnende geldproblemen in beeld krijgen om de schade te beperken. Onze maatjes kunnen daarbij van grote betekenis zijn. Mensen die nu voor het eerst in de knel komen met hun rekeningen, zullen eerst heel lang proberen het zelf op te lossen. Terwijl mensen zoals Jimmy, die al met een maatje aan hun financiële situatie werken, eerder aan de bel zullen trekken.”
Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Marlise Steeman en Wike Zijlstra