Saïd Ben Azouz - maatschappelijk werker sinds 1991
Saïd Ben Azouz vluchtte naar Nederland toen hij zijn stem niet meer mocht verheffen tegen het Marokkaanse regime. Dagelijks helpt hij mensen overeind te blijven in de complexe en soms vijandige omgeving die politiek én samenleving kunnen zijn.
Werken aan idealen
“Het was een moeilijke periode in Marokko”, zegt Ben Azouz. “Ik was actief in de studentenvakbond en deed mijn mond open over het regime. Op een gegeven moment wilden ze me de mond snoeren. Maar ik was sneller dan zij en was het land al uit.” De meeste Marokkanen in Nederland zijn Amazigh en veel van hen kwamen hier als arbeidsmigranten. Ben Azouz zag dat ze veel problemen hadden. Hij werd daarom actief bij het Comité Marokkaanse Arbeiders in Nederland, liep mee in protesten, maar vond ook dat hij individuele burgers moest helpen. “Toen het economisch minder ging werden veel Marokkaanse migranten uit de eerste generatie ontslagen. Ze waren vaak analfabeet en ze snapten het Nederlandse systeem niet. Toen dacht ik: ik wil het systeem wél begrijpen, zodat ik deze mensen kan helpen.”
Handen en voeten
En zo werd Ben Azouz als het ware de opleiding aan de Sociale Academie in Amsterdam ingezogen. In 1991 kwam hij na zijn afstuderen als veldwerker in dienst bij De Regenboog. Toen nog zonder de toevoeging ‘Groep’. “Met handen en voeten heb ik het sollicitatiegesprek gedaan, maar ik werd aangenomen.” Hij werd de jongste medewerker en ook de eerste medewerker met een migratieachtergrond. Hij moest nog veel leren, maar zijn collega’s hielpen hem met liefde. Na een jaar was hij goed ingewerkt.
Ingewikkeld voor iedereen
Ben Azouz richtte zich aanvankelijk op cliënten met een Marokkaanse achtergrond. Hij zag de migranten uit de eerste generatie die moeite hadden met instanties en brieven. Hij sprak hun kinderen die niet goed waren voorbereid op hun leven in Nederland en hoorde over de problemen thuis. Het leven van zijn cliënten speelde zich af in de marge van de samenleving. “En je weet wat er te halen is in de marge van de samenleving: Alcohol en drugs, gokken en manieren om snel geld te verdienen!” Langzaam kwam Ben Azouz erachter dat andere groepen in de Nederlandse samenleving dezelfde problemen hadden als zijn landgenoten. Mensen zijn weliswaar verantwoordelijk voor hun eigen problemen, maar als het misgaat is de oorzaak vaak dezelfde: ze begrijpen het systeem waarin ze leven niet. Het is te ingewikkeld. Dit verbeteren is tot de dag van vandaag waar Ben Azouz aan werkt.
“Toen het economisch minder ging werden veel Marokkaanse migranten uit de eerste generatie ontslagen. Ze waren vaak analfabeet en ze snapten het Nederlandse systeem niet. Toen dacht ik: ik wil het systeem wél begrijpen, zodat ik deze mensen kan helpen.”
Scherp oog voor het systeem
Het beste wat hij als hulpverlener kan doen is zijn kennis overdragen aan zijn cliënten, zodat ze het systeem beter begrijpen. Zo vat Ben Azouz zijn werk op. Maar hij houdt ook een scherp oog voor het systeem waarin de problemen zijn ontstaan. In de jaren negentig constateerde de politiek dat de verzorgingsstaat onbetaalbaar aan het worden was. De participatiemaatschappij werd gelanceerd. Volgens Ben Azouz hebben we daarbij iets over het hoofd gezien: “Er was een proces van individualisering ingezet. Het was al lang niet meer vanzelfsprekend dat je kon rekenen op je vrienden en familie. Terwijl dat elkaar bijstaan een van de pijlers onder die participatiegedachte was.”
Loskomen van de regels
Hulpverleners staan altijd aan de kant van hun cliënt. Ben Azouz vindt het niet terecht dat hulpverleners als een soort vijand van de overheid gezien worden. “In een participatiesamenleving moeten hulpverlening en ambtenaren hun krachten juist bundelen om mensen deel te laten nemen aan de maatschappij.” Daarbij gunt hij ambtenaren dat ze meer vrijheid krijgen in het omgaan met de regels. “Ik zag onlangs een vader met vijf kinderen. Er was geen misbruik en geen mishandeling in het gezin. De kern van het probleem is dat het gezin geen huis heeft. Er waren twaalf hulpverleners betrokken bij het gezin. Volgens mij was het voldoende om ze een huis te bieden en misschien één iemand voor begeleiding. Om dat te kunnen doen moet je even loskomen van de regels. Als we elkaar vertrouwen en samenwerken, kán er veel meer en kóst het veel minder.”
Spreken en gehoord worden
In Ben Azouz zit nog steeds de jongen die uit Marokko vluchtte omdat zijn stem niet gehoord mocht worden. “Er komen ook in Nederland steeds meer maatschappelijke protesten. Dat vind ik goed. Het dwingt de overheid om naar de samenleving te luisteren.” Spreken en gehoord worden zijn belangrijk voor hem. ‘’Als er kritiek geuit moet worden, dan doe ik dat. Bij De Regenboog Groep heb ik nooit het gevoel gehad dat iets niet mocht zeggen.”
Saïd (rechts) in 2002