Michael Schaap (1968) is documentairemaker, bekend van het tv-programma De Hokjesman, waarin hij veldonderzoek deed binnen Nederlandse subculturen. Bescheiden noemt hij zichzelf amateurantropoloog. Wat ziet hij als hij inzoomt op Amsterdam?
“Kijkend naar mijn stad zie ik een Amsterdam dat wordt opgestuwd door gentrificatie, alsof het alleen nog maar is bedoeld voor toeristen en rijke mensen. Er is weinig ruimte meer voor de zonderling. In het Vondelpark, waar ik ben opgegroeid en nog vaak kom, zit altijd een groepje jongens wat te drinken, daklozen. Permanent komt er politie om ze weg te jagen. Laat ze lekker zitten, denk ik dan. Dat hoort toch gewoon bij het leven. Toen ik jong was sliepen er hippies. Eerst verbleven ze op de Dam, maar die moest schoon, dus was het Vondelpark een soort camping geworden voor de zonderling, met overal poephuisjes. Ook waren er pensions voor mensen uit Suriname. Nu wonen er aan het Vondelpark alleen nog maar kakkers.
“Wat ik me herinner van vroeger, is dat Amsterdam veel vrijer was.”
Amsterdam is een gesegregeerde stad geworden. En misschien zie ik het niet goed, maar wat ik me herinner van vroeger, is dat Amsterdam veel vrijer was. Nu is er angst voor het vreemde, dus is bijna niemand meer vriendelijk tegen iemand die er net even anders uitziet, anders ruikt of vreemd gedrag vertoont. Terwijl vroeger elk dorp zijn eigen gekke Henkie had.
Was vroeger alles beter? Zeker niet. Er was veel chaos, laten we wel wezen. In de trams zaten jongens open en bloot te chinezen, dan rook de hele tram naar heroïne. Maar één ding was wel beter: de stad was socialer. In arme wijken had je Kruisposten en buurthuizen. Daarop is enorm bezuinigd, net als op de geestelijke gezondheidszorg, waardoor mensen tussen wal en schip vallen.
Alles is gericht op ‘thuis’, op zelfredzaamheid. Dat geldt ook voor de ouderenzorg. Iedereen moet van deze overheid zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Nederland is gewoon asocialer geworden, terwijl ons land tegelijkertijd heel veel rijker is. Dat vind ik het wrange. Er is alleen nog maar oog voor geld en te weinig voor de ander.”
Tekst: Nicolline van der Spek I Fotografie: Stefan Heijendaal