Jesse Romein en Charlotte Goede werken als coördinator Informele Zorg bij De Regenboog Groep. Op zoek naar maatjes voor Amsterdammers in nood, horen ze veel verhalen. Verhalen over geldzorgen, depressie en eenzaamheid. Hoe gaan ze daarmee om?
De mensen achter de maatjesprojecten
"Een jongen voor wie ik een maatje zocht, was aangemeld vanuit de praktijkondersteuning van zijn huisarts”, vertelt Jesse. “Depressief, hoorden we. De jongen stond al een poos op de wachtlijst voor professionele hulpverlening. Daar werd ik onrustig van.” Collega Charlotte knikt instemmend. Wachtlijsten, ze drukken op beider schouders. Jesse: "Ik was bang dat ik niet op tijd een geschikte vrijwilliger kon vinden die hem fijn kon ondersteunen. Dat gaat dan aan me knagen.” Na een korte stilte vervolgt ze: “Het zijn niet zozeer de verhalen van de mensen die het werk zwaar maken, maar dat er nog geen professionele hulpverlening is, terwijl er al wel een beroep op onze vrijwilligers wordt gedaan. Dit gebeurt steeds vaker trouwens.”
“De ambulante zorg is afgeschaald”, verklaart Charlotte, “omwonenden kloppen zelfs bij de Regenboog aan: ‘Kunnen jullie niet even poolshoogte nemen bij mijn buurman? Jullie werken toch met vrijwilligers? Hij is nogal depressief.’”
Secondary trauma
Als je de hele dag zware verhalen hoort, kan dat lang nawerken. Om daar beter mee om te kunnen gaan, volgen Jesse en Charlotte diverse cursussen, zoals secondary trauma. “Check regelmatig bij jezelf in”, tipt Jesse, “en durf jezelf te vergeven. Ik heb bijvoorbeeld een keer meegemaakt dat een deelnemer boos op me was, omdat ik haar vergeten was te bellen. Ze voelde zich in de steek gelaten. Het bleef zich herhalen in mijn hoofd, ik raakte er gestrest van en ging er een tijdje slechter van slapen.”
“Dat herken ik”, valt Charlotte in. “Ik heb een keer iemand geschorst omdat hij dreigende taal uitsloeg. Achteraf begon ik te denken: was het eigenlijk wel zo erg? Vreselijk, dat soort twijfels.” Jesse: “In de secondary trauma-cursus heb ik geleerd dat ik mezelf niets hoef te verwijten. Het was oké hoe ik toen handelde. Door jezelf te vergeven, toon je compassie naar jezelf, en dat is belangrijk om dit werk vol te houden. Dat geldt ook voor onze vrijwilligers. Wees niet te streng voor jezelf.”
“Dat je bij twee mensen weet: dit is een match.”
Verantwoordelijk
Als coördinator hebben Jesse en Charlotte regelmatig contact met de vrijwilligers over hoe het gaat. Soms baalt een vrijwilliger ervan telkens te worden afgebeld. Jesse: “Onze vrijwilligers voelen zich erg verantwoordelijk voor dat contact. Daar zijn ze maatje voor geworden. Ze zijn zo aardig om iemand uit zijn of haar isolement te halen. Als dat dan niet tot stand komt, voelt dat niet goed.” Ook Charlotte heeft er natuurlijk alle begrip voor dat het geduld van de vrijwilliger een keer opraakt: “Maar contact is niet altijd mogelijk voor onze deelnemers. Dan willen ze wel, maar lukt het niet.”
Vibe
Lukt het wél, dan ontstaan er mooie dingen, zien beide dames in de praktijk. “Ik heb nu twee meiden gekoppeld”, zegt Jesse, “die samen van breien en punniken houden. De deelnemer is depressief, ze kampt met rouw, maar als ze samen bezig zijn met de handwerkjes komt ze helemaal tot rust.” Charlotte: “Dat maakt het maken van koppelingen leuk werk, dat je bij twee mensen dezelfde vibe voelt en weet: dit is een match. Twee mensen die van metal houden bijvoorbeeld en daarover uren kunnen bomen. Dan gaat het contact tussen deelnemer en maatje zoveel gemakkelijker.”
Opluchting
“Zelfs met de depressieve jongen is het goed gekomen”, glimt Jesse. “We hadden als coördinatoren net een cursus gedaan waarin we hadden geleerd om moeilijke onderwerpen niet uit de weg te gaan. Zegt iemand, zoals deze jongen, dat hij te maken heeft met sombere gedachten, dan vragen we door: bedoel je suïcidale gedachten? Toen bleek dat behalve zijn huisarts niemand van zijn sombere gedachten op de hoogte was. Het luchtte hem al heel erg op erover te kunnen praten. Ik vroeg hem of we dat ook aan zijn maatje mochten vertellen, want dat hadden we inmiddels gevonden, een psychologiestudent. Én het mooie is, die jongen heeft zo'n goed maatjestraject gehad, juist omdat hij open over alles kon praten. Hij werd serieus genomen en kreeg vertrouwen van iemand buiten zijn omgeving die niet oordeelde. Op zijn werk heeft hij contact durven leggen met collega’s en hij is een schrijf- en fotografiecursus gestart. Geweldig!”